Vakantiewoning in buitenland – fiscale wetgeving moet aangepast na arrest Europees Hof van Justitie

In België gelegen onroerend eigendommen worden belast aan de hand van ‘kadastraal inkomen’. In het buitenland gelegen onroerende eigendommen werden tot op heden belast aan de hand van ‘huurwaarde’. Deze ongelijkheid werd in het arrest van 11 september 2014 door het Hof van Justitie als discriminerend bevonden.

 

Op grond van het dubbelbelastingverdrag zijn inkomsten van onroerende goederen uitsluitend belastbaar in de staat waar het goed gelegen is.

Deze “vrijstelling” in België van eigendommen in het buitenland, gaat gepaard met een progressievoorbehoud, op grond van art. 155 WIB, dat betekent dat voor bepaling van het belastingtarief de onroerende inkomsten van in buitenland gelegen onroerende eigendommen in aanmerking worden genomen.

Het Hof van Justitie stelt in bovenstaand arrest vast dat een verschillende berekeningsbasis wordt gehanteerd voor niet-verhuurde onroerende eigendommen, gelegen in België  ten opzichten van deze eigendommen in het buitenland.

Voor onroerende eigendommen in België wordt het kadastraal inkomen gehanteerd. Voor buitenlandse onroerende eigendommen wordt –overeenkomstig artikel 7, §1, 1ste WIB- de verhuurwaarde gehanteerd, hoewel  Frankrijk een vergelijkbare fiscale regeling kent (“valeur locative cadastrale”).

Het Hof van Justitie oordeelde dat door deze ongelijke behandeling de Belgische wetgeving in strijd is met het vrij verkeer van kapitaal

voor zover zou blijken dat bij de toepassing van een in een dubbelbelastingverdrag vervat progressievoorbehoud een hoger tarief in de inkomstenbelasting van toepassing kan zijn enkel doordat de methode voor vaststelling van de inkomsten van een onroerend goed ertoe leidt dat de inkomsten van in een andere lidstaat gelegen niet-verhuurd onroerend goed worden bepaald op een hoger bedrag dan de inkomsten van een in eerstbedoelde lidstaat gelegen dergelijk goed.’

Arrest: http://curia.europa.eu/juris/celex.jsf?celex=62013CJ0489&lang1=nl&type=TXT&ancre=

NOTA: overeenkomstig Artikel 7, §1, 2e lid WIB wordt eveneens hetzelfde verschil gehanteerd voor belasting verhuurde onroerende eigendommen: onroerende eigendommen in België worden belast aan de hand van kadastraal inkomen, terwijl onroerende eigendommen in het buitenland belast worden aan de hand van huurprijs en huurvoordelen. Mogelijks ook in dit kader wetswijzigingen te verwachten.

Nieuwe Vlaamse dakisolatienorm vanaf 1 januari 2015 – invloed op geschiktheid woningen

De nieuwe Vlaamse dakisolatienorm  zal in werking treden op 1 januari 2015.

Hierdoor zal geleidelijk aan de afwezigheid van dakisolatie een sterkere factor worden bij de globale beoordeling van de woningkwaliteit in het kader van geschiktheid woningen, waardoor vanaf 2020 de afwezigheid van dakisolatie zal volstaan om een woning ongeschikt te laten verklaren, waardoor de woning niet meer verhuurd zal mogen worden.

 

Toepassingsgebied

De nieuwe Vlaamse dakisolatienorm  zal gelden voor alle zelfstandige woningen gelegen in het Vlaamse Gewest.

Hieruit kan men afleiden dat de norm ook van toepassing zal zijn op zelfstandige woningen (eengezinswoningen, studio’s, appartementen, …) die door de eigenaar zelf worden bewoond, maar niet op kamers.

  

Beoordeling  

De minimumnorm wordt een R-waarde dakisolatie van 0,75m² K/W genomen.

Bij de beoordeling zal enkel rekening worden gehouden met feitelijke vaststellingen, wat wil zeggen dat vanaf 1 januari 2015 strafpunten worden toegekend indien:

  • het Energieprestatiecertificaat (EPC) een feitelijk vastgestelde R-waarde vermeldt die lager is dan 0,75 m² K/W, met default-waarden wordt geen rekening gehouden.
  • De EPC-verslaggever/Wonen Vlaanderen feitelijke vaststelt dat er geen dakisolatie aanwezig is.

Bij het toekennen van strafpunten worden daken kleiner en daken groter dan 16m² van elkaar onderscheiden.

Door een fasering in de tijd zullen geleidelijk aan meer strafpunten worden toegekend:

Periode Strafpunten voor daken kleiner dan 16m² Stafpunten voor daken groter dan 16m² met R-waarde lager dan 0,75m²K/W
1/01/2015 t.e.m. 31/12/2017 1 3
1/01/2018 t.e.m. 31/12/2019 3 9
Vanaf 1/01/2020 9 15

Vanaf 15 strafpunten kan een woning ongeschikt worden verklaard door de bevoegde minister, wegens niet voldoen aan de wettelijke normen inzake woningkwaliteit.

 

Dak van een appartementsgebouw

 Indien het dak van een appartementsgebouw niet voldoet aan de vastgestelde minimumnorm, kan dit worden toegerekend aan alle appartementen in het appartementsgebouw, aangezien het dak een gemeenschappelijk deel van het appartementsgebouw is en gebreken aan de gemeenschappelijke delen worden doorgerekend aan alle woningen in het gebouw.

Bijgevolg zal een appartement op het gelijkvloers strafpunten krijgen als blijkt dat het appartement onder het dak onvoldoende dakisolatie heeft, ongeacht de eigendomssituatie.

Peeters en Hermans Advocaten http://www.peetersenhermans.be
Bereikbaar op info@peetersenhermans.be